Pilot huurincassozaken rechtbank Amsterdam           

 

Bestemd voor advocaten en andere gemachtigden die in dergelijke zaken procederen bij de rechtbank Amsterdam.

 

In samenwerking met de woningcorporaties Stadgenoot, Eigen Haard en Ymere en hun gemachtigden is de rechtbank Amsterdam (team kanton) vanaf februari 2018 een pilotproject gestart voor procedures waarin sprake is van huurachterstanden. Dit project is er op gericht om in een zo vroeg mogelijk stadium betalingsregelingen te treffen en daarmee een ontruiming te voorkomen. Daartoe zijn afspraken gemaakt met de meewerkende woningcorporaties, op grond waarvan al op de rolzitting binnen een bepaalde bandbreedte betalingsregelingen kunnen worden getroffen die vervolgens in een vonnis worden opgenomen. In dat vonnis wordt de huurder veroordeeld tot nakoming van de betalingsregeling en het betalen van de lopende huur, en wordt alleen voor het geval de huurder deze veroordeling niet nakomt de ontbinding en ontruiming toegewezen. Ook in zaken waarin geen ontbinding wordt gevorderd kan op deze wijze een betalingsregeling in het vonnis worden opgenomen. Aldus worden de proceskosten voor de huurder beperkt en wordt voorkomen dat de huurachterstand oploopt en daarmee de kans op ontruiming.

 

In elke zaak als hiervoor bedoeld, waarin op de rolzitting om wat voor reden dan ook geen betalingsregeling kan worden getroffen binnen de met de woningcorporaties afgesproken bandbreedte, vindt verwijzing plaats naar een twee weken later te houden comparitiezitting. Dit gebeurt ook wanneer door of namens de huurder slechts om uitstel wordt verzocht. De behandelend rechter baseert zich daarbij op de artikelen 87 en 88 Rv waaruit volgt dat de rechter bevoegd is om in alle gevallen en in elke stand van het geding een comparitiezitting te bevelen. Ook hier is het doel om te voorkomen dat de huurachterstand oploopt en daarmee de kans op ontruiming. De huurder zal uiteraard desgewenst voorafgaande aan de comparitiezitting een schriftelijke conclusie van antwoord en/of akte met producties kunnen indienen, en daarin alle weren en vorderingen kunnen instellen die hij wenst.

 

In het vonnis waarin de comparitie wordt bepaald wordt aangegeven welke (financiële) informatie vooraf door de huurder en de verhuurder moet worden aangeleverd. Ook wordt daarin verzocht om de aanwezigheid ter zitting van een eventuele (schuld)hulpverlener van de huurder. Doel is om tijdens de zitting de mogelijkheden van een bij het individuele geval passende betalingsregeling te kunnen onderzoeken. Bij de comparitiezitting is een medewerker van de woningcorporatie of de deurwaarder aanwezig. Indien tussen partijen een regeling wordt afgesproken zal deze in het eindvonnis worden opgenomen. De huurder zal dan primair worden veroordeeld tot nakoming van die betalingsregeling. De ontbinding en ontruiming zullen (indien aan de voorwaarden daarvoor is voldaan) slechts worden uitgesproken voor het geval de huurder die primaire veroordeling niet nakomt. Ook hier is het doel om, rekening houdend met de individuele omstandigheden van de huurder en diens mogelijkheden om de huurachterstand in de toekomst af te lossen, een zodanige regeling te treffen dat ontruiming wordt voorkomen.

 

In sommige gevallen zullen ook andere geschilpunten aan de orde worden gesteld dan die betreffende de huurachterstand en kosten. Bijvoorbeeld doordat de verhuurder een beroep doet op andere tekortkomingen van de huurder, of doordat de huurder een beroep doet op een gebrek aan het gehuurde. Dan zal de betreffende zaak niet geschikt zijn om binnen het pilotproject te worden behandeld, en zal deze worden afgedaan op de voor kantonzaken in het algemeen gebruikelijke wijze.

Het pilotproject zal aan het einde van dit jaar worden geëvalueerd. Dan zal ook worden onderzocht of andere woningcorporaties zich willen en kunnen aansluiten.