Eerdere dit jaar is binnen het Landelijk Overleg Vakinhoud Familie- en Jeugdrecht (LOVF) besloten om de relatieve bevoegdheid bij verzoeken tot voornaamswijziging te beoordelen aan de hand van artikel 262 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv).  Dat betekent dat wat de bevoegdheid betreft aangesloten wordt bij de woonplaats van verzoeker.

 

Tot nu toe baseerde rechtbank Amsterdam de bevoegdheid bij deze verzoeken op de plaats waar de geboorteakte is of moet worden ingeschreven (artikel 263 Rv).

 

Verzoekschriften tot voornaamswijziging die op of na 1 oktober 2018 worden ingediend zullen, wanneer de verzoeker niet binnen het arrondissement van deze rechtbank woont, worden doorverwezen naar de rechtbank die op grond van artikel 262 Rv bevoegd is.