Op 15 november jl. heeft de minister van rechtsbescherming een brief aan de Tweede Kamer gestuurd waarin hij meedeelt dat hij de komende twee jaar 36,5 miljoen inclusief BTW euro per jaar beschikbaar stelt om de vergoeding per toevoegings­punt te verhogen voor de eerste 1.500 punten per jaar. Daarnaast zal de jaarlijkse indexatie van de toevoegingspunten gehandhaafd blijven. Concreet betekent dit dat in 2020 het huidige punttarief van € 108,57 exclusief BTW zal stijgen naar € 121,50. Voor 2021 zal dit ongeveer € 124,50 exclusief BTW worden.


Naar aanleiding van deze toezegging heeft de NOvA alle strafrechtadvocaten opgeroepen om de voor de eerste twee weken aangekondigde acties af te blazen en in de eerste twee weken van januari 2020 (weer) beschikbaar te zijn voor piketdienst. De Raad voor Rechtsbijstand heeft het voor piketadvocaten mogelijk gemaakt om hun beschikbaarheid aan te passen.

 

Met de tijdelijke maatregel van de minister wordt – zoals de NOvA opmerkt – welis­waar de eerste nood onder de sociale advocatuur gelenigd, maar er wordt geen structurele oplossing geboden voor het probleem dat de puntentoekenning bij een aantal zaaktypen ernstig uit de pas loopt met de omvang van de werkzaamheden. Zo blijven de vergoedingen voor bepaalde zaken verre van adequaat. Dit treft met name advocaten die werkzaam zijn in het personen- en familierecht, maar ook in het strafrecht en het civiele recht is er sprake van zeer scheve verhoudingen. De door de regering ingestelde commissie Van der Meer heeft dit al twee jaar geleden in kaart gebracht en heeft becijferd dat een bedrag van 127 miljoen euro (excl. BTW) nodig  is voor een fatsoenlijke vergoeding in de gefinancierde rechtsbijstand.

 

De tijdelijke maatregel mag er niet toe leiden dat de implementatie van het rapport van de commissie Van der Meer nog twee jaar op zich laten wachten. Er blijft sprake van – inmiddels acute – nood bij advocaten die  gefinan­cierde rechtsbijstand verlenen, omdat – ook na toepassing van de tijdelijke maatregel – op veel rechtsgebieden nog steeds sprak zal zijn van structurele onderbetaling.

 

Een en ander betekent dat de Amsterdamse raad van de orde zich weliswaar aansluit bij de oproep van de NOvA de aangekondigde piketacties en verhinderingsacties van begin januari 2020 geen doorgang te laten vinden, maar zich sterk zal blijven maken voor de totstand­koming op korte termijn van een structurele oplossing. Als daarvoor in de nabije toekomst opnieuw acties nodig zijn en vorm krijgen, zal de Amsterdamse orde van advocaten waar mogelijk steun verlenen aan die actie.

 

Namens de Amsterdamse raad van de orde

 

E.J. Henrichs

deken